Interview met Sylvie Swinkels

Deze maand spreken we Sylvie Swinkels, professioneel wielrenster bij Parkhotel Valkenburg Cycling Team. Sylvie is de afgelopen jaren met Het Fysiolab in aanraking gekomen. We stelden haar, per videoverbinding, een aantal vragen over haar beleving hiervan en wat een fysiotherapeut kan betekenen in de begeleiding rondom het wielrennen.

Sylvie Swinkels

Het Fysiolab: “Hoe is het voor jou allemaal begonnen?”

Sylvie: “Ik ben begonnen met wielrennen toen ik 10 was. Op mijn 11e kwamen de wedstrijden erbij kijken, maar reed ik natuurlijk nog geen echte uitslagen. Sterker nog, ik was juist degene die er telkens af gereden werd. Toch bleef het echt een leuke sport en ik had een hele gezellige trainingsgroep bij WV Uden, wat natuurlijk ook echt motiveert. Naarmate ik ouder werd, ging ik steeds beter rijden. Ik kon groter gaan dromen, waardoor ik indirect ook steeds een beetje serieuzer werd. Uiteindelijk mocht ik aansluiten bij het RTC Brabant (vanaf de nieuwelingen) en de Nederlandse selectie (vanaf de junioren) en nu dus bij het Parkhotel Valkenburg.”

H.F.: “Heb je zelf blessures gehad?”

S: “Ja, ik heb met name last gehad van steken in de onderrug. De pijn zat er eigenlijk alleen bij de wat zwaardere wedstrijden. Wat betekende dat mijn rug nog niet sterk genoeg was voor die wedstrijden. Dit terwijl mijn benen zeiden: “Kom op Sylvie, je kunt nog wel iets harder”. In veel wedstrijden ging het wel goed, want ik won ook een aantal grote wedstrijden. Dit waren wel vaak de vlakke wedstrijden, want bij het klimmen duw je meer op de pedalen en haal je meer kracht uit je rug. Ook heb ik in het afgelopen seizoen mijn sleutelbeen gebroken door een ongelukkige val in een wedstrijd”.

H.F.: “Wat heb je aan deze klachten gedaan?”

S: “Vanuit de Nederlandse selectie kregen we een aantal workshops over het belang van core stability en krachttrainingen. Voor ik hierbij aansloot werd er alleen maar op de wielrenfiets getraind. Krachttraining… Ja, wel eens van gehoord, maar wat is goed om te doen? Waar moet ik beginnen en moet dat in een sportschool, of kan dat ook gewoon thuis? Hier wist ik nog helemaal niets vanaf, maar ik vond het wel interessant. Als eerstejaars belofte sloot ik aan bij het Parkhotel Valkenburg Cycling Team. Via de ploeg kwam ik in contact met Het Fysiolab, wat uiteindelijk echt een meerwaarde is geweest voor mij. Ik vertelde wat mijn probleem was en kreeg hier een schema met oefeningen voor. Ik doe de oefeningen trouw en profiteer hier nog steeds van.”

H.F.: “Bedankt voor het compliment. En momenteel, ben je klachtenvrij?”

S: “Grotendeels, maar niet 100%. Ik merk dat wanneer er een nieuwe prikkel toegevoegd wordt aan het trainingsplan (hogere intensiteit, meer klimmen, of meer kilometers), of tijdens de eerste paar wedstrijden van het seizoen, dat de steken soms terug komen. Dit geeft aan dat de rug de nieuwe prikkel nog niet gewend is. Dit trekt weer bij als de prikkel vaker toegevoegd wordt en het schema goed uitgevoerd wordt. Voor mij is het een teken dat ik elke week mijn oefeningen moet blijven doen en deze niet moet laten verwateren. Het is erg fijn om een fysiotherapeut te hebben om op terug te vallen voor zowel ernstige klachten of bij kleine pijntjes. Een vraag kan niet dom genoeg zijn als het je helpt bij het neerzetten van een betere prestatie.”

H.F.: “Heb je een tip voor de enthousiaste amateur wielrenner?”

S: ‘’Ja. Betrek iemand bij jouw proces die er verstand van heeft. Uit eigen ervaring kan ik wel zeggen dat dit zeer verstandig is. Toen ik mijn sleutelbeen brak dacht ik alleen maar aan hoe ik zo snel mogelijk weer op de fiets kon zitten. Dat is natuurlijk wat ik het liefste had gedaan, maar misschien niet verantwoord. In mijn familie had nog nooit iemand iets gebroken gehad, dus ik wist eigenlijk niet echt wat ik ermee moest. Gelukkig heeft mijn ploeg haar contacten en ik een fysiotherapeut, zodat alles ging zoals het moest gaan. Ik kon snel terecht in het ziekenhuis en ik had de juiste oefeningen om het herstel te bevorderen. Die overigens goed gemonitord werd door videogesprekken en telefoontjes, waardoor ik stapje voor stapje vooruit ging. Zonder deze kennis en steun zou ik zeker te hard van stapel zijn gelopen.” 

H.F.: “En qua doelen. Het is natuurlijk moeilijk te zeggen of en wanneer er gefietst kan worden, maar welke doelen heb je voor dit seizoen?”

S: “Klopt. Trainingen kunnen op dit moment wel uitgevoerd worden, maar dit zullen alleen de basis trainingen zijn. De basis trainingen zijn langere trainingen met een lage hartslag of vermogen. Op dit moment zijn de trainingen niet dusdanig lang dat ik er echt moe van wordt, dit zodat ik geen aanslag op mijn immuunsysteem pleeg. Ik heb natuurlijk nieuwe doelen gesteld, deze zijn gericht op trainingen en op persoonlijk gebied. Ik wil mezelf door ontwikkelen, wat ook mijn belangrijkste doel is voor dit seizoen: een goede basis leggen voor de komende jaren. Ook is dit het perfecte moment om me meer te focussen op mijn opleiding Sportkunde. Ik heb hiervoor een meerjarenplan opgesteld. Qua wedstrijden vind ik het moeilijk te zeggen, omdat we geen zekerheid hebben welke wedstrijden wel of niet doorgaan en wanneer ze door zouden gaan. Erg jammer natuurlijk, maar gezondheid is ook erg belangrijk.’’

Sylvie, bedankt voor het delen van jouw ervaring.